Een onbeantwoord bericht en waar het toe kan leiden

gsm 20170921_205732_HDR-1

Waarom schrijft ze niet terug? Zou ze geen tijd hebben? Ze heeft het berichtje wel al gelezen.’ Ik zit met een probleem en heb dat via een berichtje gedeeld met een vriendin in de hoop dat zij me kan helpen. Haar antwoord en steun is belangrijk voor mij. Ik hoop dan ook dat ze me snel terug schrijft of belt. Ik betrap mezelf erop dat ik met mijn telefoon in de hand sta en een beetje geërgerd ben richting mijn vriendin. De rest van de dag ben ik in mijn achterhoofd bezig met mijn telefoon. Ik let op of ik een bekend piepje hoor en kijk vaker dan nodig op het schermpje.

Cirkel
Allerlei gedachten blijven in me opkomen. Tuimelen langs: ‘Als we vrienden zijn dan reageer je toch op een berichtje Misschien zijn we toch niet zulke goede vrienden als ik dacht. Nee, ze zal het vast erg druk hebben. Ze heeft een goede reden waarom ze niet schrijft.’ Het wordt één brij in mijn hoofd. Ik reageer kribbiger dan normaal op de mensen in mijn omgeving. Zij reageren weer geïrriteerd terug. De sfeer wordt er niet beter op. De cirkel is rond. Helaas alleen een negatieve cirkel.

Voorbeeld
Deze cirkel herken ik ook bij andere dingen bij mezelf en begin ik te herkennen bij andere mensen. Het kan bijvoorbeeld ook gebeuren bij een partner die iets zegt dat ik niet leuk vind waar ik dan negatief op reageer. Of een kind dat niet wil luisteren en ik uiteindelijk mijn geduld verliest. Iemand die voor kruipt in een rij waar ik al of niet hardop iets van zeg. Een vergadering waar een collega of baas niet naar mij luistert en mijn opmerking gewoon weg wuift.

Overeenkomst
Wat deze dingen allemaal met elkaar gemeen hebben is dat ik (onbewust) een bepaalde verwachting heb, bepaalde gedachten over hoe het zou moeten gaan. Die gedachten zorgen voor een bepaalde emotie. In het voorbeeld van een vriendin die niet terug schrijft, heb ik de verwachting, de hoop, dat ze mij snel terug schrijft of belt. Ik vind namelijk dat ik haar nodig heb. Er is dus een bepaalde behoefte. Ik verwacht dat zij in die behoefte gaat voorzien. Dat gebeurt niet. Dat leidt tot allerlei gedachten zoals: ‘Waarom reageert ze niet op mijn berichtje? Wat zou er aan de hand zijn? Als ze echt om me geeft dan reageert ze toch?’

Negativiteit
Mijn gevoelens zijn gekwetst. Ik vind het niet leuk. Mijn gedachten zorgen ervoor dat ik boos word. Onder die boosheid zit eigenlijk verdriet dat zij er op dat moment niet voor mij is. De irritatie die ik ervaar zorgt ervoor dat ik minder kan hebben van andere mensen. Hoe onredelijk dat ook is. Ik geef mijn negatieve emoties dus als het ware door. Als iemand anders (dus niet die specifieke vriendin) bijvoorbeeld een grappig bedoelde opmerking maakt, kan het zo maar zijn dat ik daar veel feller op reageer dan dat ik normaal zou doen. Die ander kan zich dan ook weer ergeren aan mij en ook weer feller reageren. Voordat ik het in de gaten heb, kan zo heel makkelijk een ruzie ontstaan. Op momenten dat dit soort zaken spelen, ben ik me er lang niet altijd van bewust dat dit aan de hand is. Ik reageer vaak automatisch. Al deze emoties vinden vaak onbewust plaats.

Samengevat
Kort samengevat komt het vaak hierop neer: Behoefte en verwachting van de eerste persoon worden niet ingevuld door de ander. Dit leidt tot negatieve gedachten bij de eerste persoon. De ander hoeft dit overigens helemaal niet zo te ervaren. De negatieve gedachten leiden vervolgens tot negatieve emoties. Die negatieve emoties leiden tot negatief gedrag en/ of versterken een negatieve situatie. Dit negatief gedrag leidt vaak tot negatief gedrag van andere mensen. Deze negatieve emoties leiden vaak samen tot nog weer negatiever gedrag (ruzie). En dat leidt vervolgens vaak ook weer tot negatieve gedachten over de persoon waar je onenigheid mee had. Of het maakt de betreffende situatie nog slechter.

Bovenstaand verhaal is iets wat helaas regelmatig voorkomt. Maar. Wat als ik nu eens een andere manier zou kiezen? Een andere zienswijze? Een andere strategie? Zou dat werken?

Andere strategie
Stel je voor. Ik heb nog steeds een probleem en stuur mijn vriendin een berichtje in de hoop dat zij me kan helpen. MAAR: nu ben ik me er van bewúst wat ik aan gedachten en emoties ervaar. Van het probleem voelt mijn buik een beetje raar. Ik heb verwarrende gedachten en ik zie ze: ‘Hoe moet ik dit nu oplossen? Wat moet ik hiermee aan? Als ik dit doe, dan gaat het misschien fout. Maar als ik dat doe, dan gaat het ook misschien fout. Misschien weet mijn vriendin raad.’ Ik laat mijn gedachten als een soort wolkjes voorbij drijven. Ze hoeven niet per se wáár te zijn. Het zijn maar gedachten. Ik kies ervoor om mijn vriendin een berichtje te sturen. Ik realiseer me dat ik haar iets vraag. Maar dat zij mág reageren. Zij heeft vrije keuze. Ik kan niet van haar verwachten dat zij op stel en sprong voor mij klaar staat. Ja. Het zou fijn zijn. Dat heeft mijn voorkeur. Maar het is geen noodzaak. Zij hoeft niet aan die voorwaarde te voldoen om een goede vriendin te zijn. Aan haar kant kunnen hele goede redenen zijn waarom ze niet kan of wil reageren.

Loslaten en observeren
Ik leg mijn vraag dus bij haar neer en laat het vervolgens los. Ik houd het dus niet meer vast. Net als een pen die je in je hand hebt. Als je die te lang vast houdt, dan gaat dat pijn doen. Je kunt hem dus maar beter op een gegeven moment weer neer leggen. Als ik toch de aandrang voel om weer op mijn telefoon te gaan kijken. Als er toch een vleugje ergernis ontstaat. Dan observeer ik dat. Ik doe als het ware een stapje terug. Ik “kijk naar mezelf”. Bijvoorbeeld: ik merk dat ik denk: ‘Stom dat ze niet belt. Of, waarom schrijft ze nu niet?’ Dan observeer ik die gedachte: ‘Ja, dat denk ik nu. Maar het is maar een gedachte. Ík verwacht dat van haar. Ik hoop dat.’ Eén manier waarop ik er dan mee om kan gaan is die gedachte weer los te laten. Blaas hem als het ware weg. Doordat ik dit doe, leiden de negatieve gedachten ook niet tot negatieve emoties. De negatieve emoties leiden niet tot negatief gedrag. De hele negatieve cirkel komt niet tot wasdom. Een hele verbetering.

Angst
In andere situaties ga ik soms een stap verder en stel mezelf de de vraag: waar komt die gedachte vandaan? Is hij waar of niet waar? Wat zit er eigenlijk onder deze gedachte? Vaak komt het erop neer, dat ik eigenlijk bang ben. Om bij dit voorbeeld te blijven. De angst dat ze me niet gaat terug schrijven. Of terug bellen. Het is dus eigenlijk onzekerheid. De angst dat ze mij het niet waard vindt om moeite voor te doen. De angst om niet lief gehad te worden. Een basisangst die veel mensen zullen herkennen. Een angst die waarschijnlijk oorspronkelijk voort komt uit lijfsbehoud. Als iemand in vervlogen tijden buiten de groep werd gezet, dan was zijn leven letterlijk in gevaar. Dan was het moeilijker om bijvoorbeeld aan voedsel te komen. Of bescherming tegen allerlei wilde dieren en de elementen.

Vals alarm
Maar, dan vraag ik me af. Is er nú ook echt een dreiging? Is er ook echt “gevaar”? Het antwoord daarop is natuurlijk dat er geen echt gevaar ís. Er wordt dus vals alarm geslagen. Om bij mijn voorbeeld te blijven: Houdt mijn vriendin echt niet van mij? Nee, ze houdt wel van mij. Ik kan alleen niet van haar verwachten, of sterker nog, de voorwaarde stellen, dat zij meteen voor mij klaar staat.

Bewustzijn en vertrouwen
Op het moment dat ik het patroon zie, de angst herken, dan kan ik de angst ook los laten. Ik zet er als het ware het licht van mijn bewustzijn op. Ik vertrouw erop dat het goed komt. Het is eigenlijk al goed. Mijn hoofd wil er alleen iets van maken dat het niet is. Mijn gedachten maken het erger. Het goede nieuws is: het zijn maar gedachten. Ik hoef ze niet allemaal te volgen.

En oh, mijn vriendin? Die heeft uiteindelijk terug geschreven.:-)

Tai Chi Chuan en balletles

Waaier20170627_163726(1)

Rrrrrrrklak!’ zegt de waaier van mijn Tai Chi Chuan-docente. ‘Rrrrrrrklak!’ zeggen de waaiers van de andere mensen. ‘Ts’ zegt die van mij. Hij is nog steeds opgevouwen terwijl de andere waaiers een halve cirkel beslaan. Het blijkt moeilijker dan gedacht om hem zo snel te ontvouwen. Het is de truc om de buitenste stok bij je duim vast te houden, terwijl je de achterste stok bij je andere vingers laat vallen. Wil je een harde ‘klak’, dan kun je hem ook nog een zwiep meegeven. Weer iets geleerd.

Tai Chi Chuan

Sinds kort ben ik begonnen met Tai Chi Chuan (klassieke schrijfwijze). Het wordt uitgesproken als: thai dzjie tsjhwèn. Tai Chi Chuan is een Chinese krijgskunst die als basis de Taiji filosofie heeft, de Tao. De naam Taiji betekent vrij vertaald zoveel als ‘het meest verhevene’. Voor mij als leek ziet het er nu uit als langzame kungfu. Je voert verschillende bewegingen in een vaste volgorde uit. In Tai Chi Chuan noemen ze dit vormen lopen (taolu). Mensen praktiseren het bijvoorbeeld als (zelfverdedigings)sport en om hun gezondheid te verbeteren. Zelf heb ik de afgelopen jaren met veel plezier yoga gedaan en ik wilde nu een andere sport gaan doen. Maar wel een sport waarbij je ook met je ademhaling werkt, hopelijk leniger wordt en je balans traint. Dat komt bij Tai Chi Chuan allemaal terug.

Ballet

Dus vond ik mezelf op een avond terug in een gymzaal met andere (merendeels oudere) mensen. De docente nam mij apart om een aantal basisvormen te oefenen. Terwijl ik me inspande om haar been- en armbewegingen na te doen, kwamen andere beelden in me op: de balletles als kind en de stijldansles als tiener. Nu was ik geen ster in ballet. Maar wat ik onthouden heb, zijn de verschillende posities waarin je je voeten moest zetten. Bijvoorbeeld de vierde positie met je linkervoet voor met de tenen naar buiten wijzend en de rechtervoet achter met de tenen ook naar buiten wijzend. Bij Tai Chi Chuan zitten vergelijkbare bewegingen. Alleen ‘loop’ je ze dan. Het is de bedoeling de posities zo sierlijk en krachtig mogelijk (lees lenig) en in balans te doen. Op het ritme van je ademhaling. Er zitten duw- en stootbewegingen in, bedoeld om een mogelijke aanvaller uit balans te krijgen. Bij de docente zag het er allemaal gemakkelijk uit. Net als bij de dansles vroeger. Voor een beginneling zoals ik, bleek het iets moeilijker.:-)

Dansles

Een andere parallel die ik zag met dansles is, het ‘lopen’ van een aantal posities achter elkaar. Net als bij de tango of quick step, moet je onthouden welke beweging wanneer komt. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bij mijn eerste les toen we alleen het benen- en voetenwerk deden, ging het nog redelijk. Linkerbeen naar voren, naar voren ‘leunen’ terwijl je in je centre blijft, terug veren, tenen omhoog, tenen omlaag, rechterbeen erbij trekken en dan naar rechts uitstappen. Bij de ene beweging inademen en bij de andere uitademen. Wanneer mocht ook weer wat?? Rechts min of meer ook zoiets. Maar toen kwamen er armbewegingen bij….Tsja, welke hand moest nu ook weer boven? Was het rechts? Of toch links? Eerlijk gezegd, weet ik ze nu dus nog niet precies. Ik zit in het stadium dat ik mijn lerares gewoon na-aap. En dat zal voorlopig ook nog wel zo blijven. Mijn lichaam moet eerst onthouden wat ik moet doen, dan komt de rest daarna wel.

Cirkels

Iets wat me verder opviel. Er lijken veel cirkelbewegingen in Tai Chi Chuan te zitten. Op zich ook logisch. Daarmee houd je een mogelijke aanvaller op afstand. Maar, er zit ook een filosofische kant aan. Tai Chi Chuan is gebaseerd op de Tao, die toegeschreven wordt aan Lao Zi. Het Taoïsme is een Chinese religieuze en filosofische stroming die erover gaat hoe je moet handelen in het leven. Het woord Tao betekent zo veel als ‘de Weg’. Volgens het Taoïsme bevindt alles zich in een perfecte harmonie die niet statisch is, maar in voortdurende verandering. Het evenwicht wisselt steeds en niets kan bestaan zonder zijn tegendeel. (bron: Wikipedia) Deze tegendelen zijn Yin en Yang. Ze zijn een belangrijk onderdeel uit de Tao en dus ook van Tai Chi Chuan. Yin staat bijvoorbeeld voor koud, zacht en vrouwelijk. Yang staat voor warm, hard en mannelijk. Het zijn echter geen absolute tegenstellingen. Het één kan niet zonder het ander. Yin en Yang vullen elkaar aan. Het symbool van Yin en Yang zal de meeste mensen bekend voorkomen.

yin Yang

Dit Yin Yang symbool is ook het symbool van Tai Chi Chuan. Een cirkel heeft geen begin en geen einde. Yin en yang zijn delen van de eenheid waaruit al het andere ontstaat. Energie blijft stromen. Nacht gaat over in de dag. Dag wordt weer nacht. De essentie (het stipje) van Yin zit in Yang en andersom ook. Geboorte leidt tot dood en dood leidt weer tot geboorte. De energieën van Yin en Yang werken samen, wekken elkaar als het ware op. Tegengesteld, maar toch één.

Balans

Dit is voor mij dan ook een van de doelen van Tai Chi Chuan. Ontspannen vanuit je eigen kern, op je eigen ademhaling, je eigen balans vinden en houden (letterlijk én figuurlijk!). Als het ware één worden met jezelf. Telkens weer opnieuw. Aangezien je lichaam elk moment anders voelt, zal een oefening nooit helemaal hetzelfde zijn. De uitdaging is om allereerst de bewegingen onder de knie te krijgen. Vervolgens kun je ze dan steeds meer gaan perfectioneren.

Ik zie er naar uit om deze reis in mezelf te gaan maken. Zoals het Taoïsme ook zegt: ‘Het gaat om de weg en niet om het doel.’ Eerste halteplaats op die reis is mijn waaier. Leren hoe ik die ‘Rrrrrrrklak’ kan laten zeggen!

Schrijven?

Schrijven, schrijven, schrijven. Maar over wat? Welke kant moet het op? Schrijven over de mensen die afgeslacht worden in naam van welke religie dan ook? Schrijven over de mensen die macht willen hebben en houden, ten koste van alles? Schrijven over al die naamloze slachtoffers die per ongeluk op de verkeerde tijd op de verkeerde plek waren? Schrijven over de mensen die opeens allemaal Je suis Charlie zijn? Schrijven over de gevaren van haat waaraan onze Westerse maatschappij blootstaat? Gevaren van tweespalt, opgedrongen door de onverdraagzamen, door de rechtlijnigen, door de mensen die denken dat ze alle wijsheid in pacht hebben? Moet ik schrijven over het gevaar dat we straks misschien onze buren weer gaan afslachten? En dan vervolgens dat weer jaren gaan herdenken en onszelf bezweren dat het nooit meer mag gebeuren?

Of zal ik schrijven over de liefde? Schrijven over het vertrouwen, de vele goede dingen die gebeuren? Schrijven over een vrouw die een vreemdeling thuis brengt? Zal ik schrijven over vrijwilligers die kinderen op school helpen? Schrijven over politieagenten die hun leven riskeren om dat van anderen te beschermen? Schrijven over mensen die een arm om elkaar heen slaan? Schrijven over moeders en vaders die hun kind troosten als het pijn heeft? Schrijven over dochters en zonen die voor hun ouders zorgen als deze het niet meer zelf kunnen? Moet ik schrijven over mensen die vrienden zijn, ongeacht hun huidskleur of religie? Of zal ik schrijven over koppels die geboren werden in verschillende geloven, maar die nu ook in elkaar geloven?

Ja, laat ik schrijven over de liefde. Over de liefde voor de mens. Over de mens die onder zijn huid, hetzelfde is. De mens die poep en plast. De mens die altijd rood bloedt. De mens die kan huilen en kan lachen. De mens die geboren wordt. De mens die sterft. De mens die een leven lang ertussen in heeft om anderen, net als zichzelf, lief te hebben.